Amsterdamse chirurg opereert in Oekraïne: ‘Ik heb twee zoons, ik ben bang dat zij straks moeten gaan vechten’

Al wordt deze dagen gesproken over onderhandelingen, de oorlog in Oekraïne is nog niet voorbij. En de zorg staat nog altijd zwaar onder druk. De Amsterdamse chirurg Mark van Berge Henegouwen (54) reist naar het land met een vrachtwagen vol medische apparatuur. Hij ziet daar hoe moeilijk het is om de reguliere en militaire zorg te combineren.

De Oekraïense soldaat Maxim Sermenyuk (34) ligt in een klein ziekenhuis net boven Kyiv. Vanuit zijn ziekbed stelt hij zich voor aan Mark van Berge Henegouwen, een chirurg uit het Amsterdam UMC. De afgelopen maanden heeft Van Berge Henegouwen regelmatig overlegd met Sermenyuks behandelend arts over de beste therapie. “Dat was niet eenvoudig,” zegt hij, “De IT-man van het ziekenhuis is naar het front gestuurd, en de chirurg hier spreekt geen Engels.”

Ja, ik wil elke dag het laatste nieuws vanuit Amsterdam ontvangen.

De Amsterdamse chirurg reist in een wit Iveco-vrachtwagentje, beplakt met een rood kruis en vol medische apparatuur en operatiematerialen. Vier dagen zijn de spullen onderweg geweest vanuit Nederland, als onderdeel van een humanitair konvooi van de stichting Protect Ukraine. “Apparatuur die wij hebben afgeschreven, hebben ze daar heel hard nodig.”

In het Amsterdam UMC worden sinds de invasie ook Oekraïners behandeld. “Dat zijn hoog-complexe patiënten die langdurig zorg nodig hebben en in hun land niet goed kunnen worden behandeld,” zegt Van Berge Henegouwen. Maar naarmate de oorlog voortduurt, voelde hij dat hij meer moest doen: “Ik heb twee jongvolwassen zoons, ik ben bang dat zij zullen moeten gaan vechten als deze oorlog nog verder uit de hand loopt.”

Code zwart in Kyiv

De noodzaak van de hulp blijkt uit het onthaal dat hij krijgt. De vrachtwagen wordt snel uitgeladen, zodat de feestelijkheden kunnen beginnen. Van Berge Henegouwen wordt onder luid applaus ontvangen door de hele ziekenhuisstaf, de meesten trots in traditionele Oekraïense vyshyvanka. Wanneer de groepsfoto wordt gemaakt, merkt de fotograaf op: “Dan kunnen we later zien wie de oorlog heeft overleefd.”

about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html

(vlnr) Maxim Sermenyuk, hoofdchirurg Ivan Kliuzko en Mark van Berge Henegouwen. Kliuzko: ‘De eerste prioriteit is zorg voor soldaten, de tweede is acute zorg voor burgers.’Beeld Eddy van Wessel

In de rust van de werkkamer van hoofdchirurg Ivan Kliuzko (51) wordt een glaasje whisky ingeschonken, ook al is het ochtend. “Alleen de mensen die werken met deze spullen kennen de echte waarde,” zegt Kliuzko. Hij proost zijn collega toe: “Leef vandaag, heb lief vandaag, drink vandaag.” Er staan voor vandaag geen operaties meer op de planning. En nu er weer materiaal is, kan hij even op adem komen.

In de eerste maanden van de oorlog werkte de Oekraïense chirurg onafgebroken. “De invasie begon om vier uur ’s nachts en de bombardementen klonken als carnaval in Rio,” vertelt hij.Zonder sokken schoot hij in zijn schoenen en reed naar het ziekenhuis: “Ik heb daar vier maanden gewoond en elke dag geopereerd.”

In de operatiekamer zag hij de oorlog veranderen. “De eerste slachtoffers die binnenkwamen hadden schotwonden, daarna werden het scherven van granaten en nu zijn het explosies van drones of mijnen.” Ze hanteren een kleurensysteem voor de patiënten die worden binnengebracht. Met lichte verwondingen krijg je code groen en word je niet behandeld. Met een te kleine overlevingskans krijg je code zwart en word je ook niet behandeld. Het zijn keuzes die een zorgverlener nooit zou willen maken.

Drie jaar later is de druk nog steeds hoog. “Als het luchtalarm gaat, kan je niet zomaar stoppen met opereren,” zegt Kliuzko. Het is niet zonder risico. De Wereldgezondheidsorganisatie telt sinds de invasie 1879 aanvallen op zorginstellingen. Zorgverleners sterven, faciliteiten worden vernietigd en het aantal patiënten neemt steeds toe.

“De eerste prioriteit is zorg voor soldaten,” zegt Kliuzko, “de tweede is acute zorg voor burgers.” Met de blik op de toekomst is in het ziekenhuis een klein revalidatiecentrum geopend. Daar ligt de focus op fysiek herstel. Er is een keukentje ingericht om te oefenen met huishoudelijke taken, er staan trapjes om op en af te lopen en er staan armassists waarmee de fijne motoriek wordt getraind. Als revalidatie geen optie is, heeft het ziekenhuis ook één bed in de ‘heldenkamer’. Op de vraag of euthanasie een optie is, antwoordt Kliuzko met een resoluut ‘nee’.

Een toekomst vol trauma’s

Voor herstel van de geest is minder aandacht, ziet Olesya Huzar (42), psychotherapeut in het psychiatrisch ziekenhuis in Lviv. Ze werkt met soldaten met PTSS en soldaten die terugkeren uit gevangenschap. Oekraïense krijgsgevangen komen uitgehongerd terug en verliezen volgens Huzar gemiddeld twintig kilo tijdens hun gevangenschap: “Voor hen is een appel een schat geworden.” Maar honger is niet de enige marteling. Onderdeel van het medisch transport is ook incontinentiemateriaal voor haar psychiatrisch ziekenhuis. Huzar legt uit: “Veel mannen worden zo zwaar gemarteld, ook seksueel, dat ze incontinent worden.”

De vraag naar psychische zorg zal nog enorm stijgen, “maar er zijn veel te weinig therapeuten en is er veel te weinig kennis om deze complexe trauma’s te behandelen,” zegt Huzar. Het taboe op mentale problematiek helpt daarbij niet.

Ook al wil ze niets liever dan vrede, ze vreest een staakt-het-vuren. “Rust geeft de Russen tijd en middelen om meer soldaten te bewapenen en wij hebben die mogelijkheden niet. Wij zijn afhankelijk van steun van de EU en Amerika.” Angstig besluit ze: “Ik wil niet dat onze kinderen straks weer de uniformen van hun vaders moeten aantrekken.”

Rode kruizen zijn doelwitten

Op een militaire basis in het westen van Oekraïne krijgen rekruten basale medische training. Een van de studenten is de 27-jarige Dmitri (hij noemt uit veiligheidsoverwegingen niet zijn achternaam) uit Cherson. Hij draagt geen medische insignes: “Voor de Russen is een rood kruis een mikpunt.”

Dmitri leidt sinds de invasie de medische dienst van zijn eenheid. Op het trainingskamp leert hij bij en deelt hij zijn ervaring. En dat is nodig. Denys Surkov (54), hoofdopleider van de medisch militaire opleiding, zegt daarover: “De medische kennis komt van de Navo, maar hun doctrine gaat uit van superieure vuursteun en luchtoverwicht, zoals in Afghanistan en Irak. Daardoor kunnen zij gewonden meestal snel bereiken en evacueren.”

Op een militaire basis in het westen van Oekraïne krijgen rekruten basale medische training en worden hospikken opgeleid. Dmitri (27) uit Cherson draagt geen medische insignes: ‘Voor de Russen is een rood kruis een mikpunt.’Beeld Eddy van Wessel

De medici aan het oostfront hebben dat voordeel niet. Sterker nog, de vijand beschikt over meer vuurkracht, waardoor zij tijdens hevige gevechten hun werk moeten doen. Dmitri: “Om niet gezien te worden evacueren wij vooral ’s nachts, om niet gehoord te worden doen we dat vooral lopend.” Een trage operatie met grote gevolgen: “De meeste slachtoffers sterven door bloedverlies.”

Helpen in Vyshhorod

Maxim Sermenyuk, de soldaat in het ziekenhuisje nabij Kyiv, raakte zwaargewond bij een droneaanval. In een ziekenhuis vlak achter het front werd hij vier keer geopereerd en twee keer gereanimeerd. “Daar ging het om overleven, hier draait het om herstel,” zegt Van Berge Henegouwen.

“Helaas zijn alle ziekenhuizen militaire hospitalen geworden,” verzucht Kliuzko. Bij explosies zijn vaak meerdere organen beschadigd. Als oncologisch chirurg heeft de Amsterdammer veel ervaring met grote operaties van buik en borstkas: “In wezen is de behandeling hetzelfde, alleen zijn dit vaak nog jonge mannen waardoor het minder complex is dan bij de vaak oudere Nederlandse patiënten.”

Hoofdchirurg Ivan Kliuzko mist artsen om mee te overleggen over ingewikkelde casussen. Veel jonge chirurgen zijn overgeplaatst naar ziekenhuizen dichter bij het front. Sommigen hebben hun opleiding nog niet eens afgerond, maar staan al aan de operatietafels in veldhospitalen. In die leemte bieden de telefoontjes voor collegiaal overleg met Amsterdam uitkomst. Van Berge Henegouwen: “Maar om echt te begrijpen hoe de zorg hier werkt en beter te kunnen helpen, moet je het ervaren.” Daarom is het plan: Kliuzko opereert, Van Berge Henegouwen assisteert. Samen behandelen ze een littekenbreuk en een galblaas.

Eenmaal thuis krijgt Van Berge Henegouwen filmpjes toegestuurd van onbekende artsen die zijn apparatuur gebruiken. Zijn spullen zijn lokaal herverdeeld naar plekken waar de noden het hoogst zijn. Het motiveert hem. In het Amsterdam UMC en met stichting Protect Ukraine is hij weer gestart met inzamelen. Als de volgende vrachtwagen vol is, gaat hij opnieuw naar het ziekenhuis van Kliuzko. Dit keer zonder rood kruis – om zelf geen doelwit te worden.

Wat doet Protect Ukraine?

Stichting Protect Ukraine is een vrijwilligersorganisatie die direct na de invasie is opgericht door schrijver Jaap Scholten. Samen met vrijwilligers reist Scholten regelmatig naar Oekraïne om levensreddende en beschermende materialen te doneren. De organisatie werkt op aanvraag van medici en legereenheden. Wat zij nodig hebben om levens te redden, brengen zij.

Er worden ook trainingen eerste hulp op het slagveld en drones-pilootopleidingen gesteund. Protect Ukraine levert douchecabines, voetenwarmers, waterfilters, traumakits, generatoren, scherfvesten, helmen, jammers, ecoflows, antennes en starlinks aan de frontlinie. Ziekenhuizen worden gesteund met operatiematerialen en specialistische apparatuur. En er werd een aquadrone ontwikkeld en geproduceerd om legereenheden in waterrijke gebieden te helpen met bevoorrading van troepen en evacuatie van gewonden, zodat soldaten daarvoor geen risico hoeven te lopen.

Tijdens het zevende konvooi vorige maand werden drie ambulances, de vrachtwagen van Van Berge Henegouwen, een personenbus en vijf terreinwagens, gevuld met beschermende en medische materialen, gedoneerd aan ziekenhuizen en legereenheden.

IBAN: NL 15 ABNA0116 0706 84
KvK: 86276700
RSIN: 863917756
BIC/SWIFT: ABNANL2A